Dertig jaar na verschijning van het eerste stripalbum en tien jaar na het overlijden van zijn geestelijk vader Marnix Rueb krijgt Haagse Harry zijn eerste museale tentoonstelling. Het Haags Historisch Museum zet Haagse Harry van 20 april tot en met 1 september in het zonnetje. Cabaretier (en vriend van Marnix Rueb) Sjaak Bral is gastconservator van de tentoonstelling.

Haagse Harry is een icoon. Van de zeven albums met zijn belevenissen werden honderdduizenden exemplaren verkocht. De grofgebekte, asociale en politiek incorrecte Harry werd bedacht door striptekenaar Marnix Rueb (1955-2014) en met diens (anti)held kreeg het Haagse dialect een enorme boost, want alle personages in de strip spreken plat Haags.

Marnix Rueb vond zelf dat hij Haagse Harry niet heeft bedacht: hij bestond altijd al. Rueb heeft hem op een gegeven moment op papier gezet. De geboorteplaats van Haagse Harry is de Schilderswijk begin jaren ’90. Rueb woonde daar destijds en raakte er geïnspireerd door de grofgebekte, in trainingspak geklede Hagenezen die ook wel spottend Harry’s werden genoemd. De eerste tekeningen van Harry verschenen in 1991 in het Haagse uitgaansblad Doen. Het bleek een groot succes. In 1994 verscheen het eerste van in totaal zeven stripalbums over Haagse Harry.

In de tentoonstelling zijn ruim 50 originele Harry-tekeningen te bewonderen. Maar ook zijn er andere tekeningen van Marnix Rueb zijn te zien. Ze komen uit zijn privéarchief en werden zelden of nooit getoond aan het publiek.